Benieuwd naar je voorouders? Klop aan bij Familiekunde Oostende!

Je zou het niet zeggen, maar achter huisnummer 6 in de Kannunik Dokter Louis Colensstraat gaat een documentatiecentrum, een museum en een ledencafé schuil. Het is de stek van Familiekunde Vlaanderen Regio Oostende. Die vereniging beheert een schat aan gegevens over de geschiedenis van tal van families uit Oostende en ver daarbuiten. Voorzitter Bernard geeft ons graag een rondleiding.

We beginnen bij het museum dat je op aanvraag kan bezoeken binnen de openingsuren. “Hier stellen we objecten tentoon die te maken hebben met bekende personen zoals Paster Pype of die gaan over een bepaalde periode zoals de Wereldoorlogen of de tijd van Napoleon”, vertelt Bernard.

“Maar de meeste mensen komen bij ons terecht omdat ze onderzoek willen doen naar hun familiegeschiedenis. Het stamboomonderzoek is het meest gekende, maar eigenlijk is het interessanter om een kwartierstaat op te maken. Die houdt rekening met beide kanten van de familie, vaders- én moederskant. Want als een kind geboren wordt, ben je altijd zeker wie de moeder is, maar eigenlijk niet wie de vader is. Vroeger kon je dat alleszins niet achterhalen”, legt Bernard uit.

Behalve de namen en de geboorte- en sterfdata van mensen in je familie, kom je ook te weten wat ze deden in het leven. Dat is het leukste!

Het centrum is vier keer per week open voor mensen die opzoekingen willen doen over hun familie. “We hebben een bib met 16.000 boeken en tijdschriften, meer dan een miljoen bidprentjes en rouwberichten, info over jubilea en andere aanwinsten. Veel mensen denken dat je hier alleen info vindt over Oostendse families, maar dat klopt niet. Er is info over families uit heel Vlaanderen en zelfs Noord-Frankrijk.”

Beginnen bij de Karakol

Hoe werkt dat opzoeken nu precies? Bernard raadt aan om online te starten met een zoekopdracht in de KARAKOL. “Dat is onze eigen zoekrobot met een typische Oostendse naam”, lacht Bernard trots. “Als je daar je familienaam intikt bijvoorbeeld, zie je de publicaties waar die naam in voorkomt. Dan kan je langskomen om de publicatie in te kijken of je kan voor een kleine vergoeding een scan van de pagina bestellen”, legt Bernard uit. “Online vind je sowieso gegevens terug van voor 1900. De tijd daarna moet je zelf proberen te overbruggen via documenten uit je familie.”

Unieke bronnen

Het is zeker mogelijk om vrij ver terug te gaan in je eigen geschiedenis. Het centrum beschikt over belangrijke bronnen vanaf eind 1600 zoals het Notariaat Van Caillie of het OCMW-archief van Oostende met info vanaf 1665. Een ander paradepaardje zijn de ‘Conscrits’, 58.000 fiches van West-Vlaamse opgeroepenen voor het leger van Napoleon.

Het leukste volgens Bernard is dat je behalve de namen en de geboorte- en sterfdata van mensen in je familie ook te weten kan komen wat ze deden in het leven. “Zo hangt er wat vlees aan je stamboom of kwartierstaat”, lacht hij.

Vrijwilligers gezocht

De vrijwilligers in het centrum staan open om iedereen die hier langskomt op weg te helpen in hun persoonlijke zoektocht. “Een andere groep verzamelt en klasseert gegevens en voert alles digitaal in. We krijgen veel documenten als schenking en alles moet ingevoerd worden in de database. We kunnen dus zeker nog vrijwilligers gebruiken om ons daarbij te helpen”, besluit Bernard.